Begonnen met een wasblekerij aan de Kerkendijk in Schijndel is Bolsius sinds 1870 uitgegroeid tot de grootste kaarsenproducent van Europa.
Vanuit ons hoofdkantoor in Schijndel – nog altijd aan de Kerkendijk – en onze verschillende Europese vestigingen brengt Bolsius inmiddels licht in miljoenen huishoudens wereldwijd.
De overname van de verschillende productiebedrijven in Europa maakt de productie steeds complexer: eind jaren 90 produceren de vele fabrieken in totaal ruim 35.000 artikelen. Deze fabrieken leveren ook nog eens deels aan dezelfde klanten. De verkoop en logistiek worden onoverzichtelijk en moeilijk aan te sturen. Bolsius besluit daarop de verkooporganisatie te centraliseren in drie regio’s en een centraal magazijn aan te leggen bij het hoofdkantoor in Schijndel. Daarnaast wordt het aantal productielocaties teruggebracht naar drie, waarvoor in Zalesie Male (Kobylin,Polen) een geheel nieuwe productielocatie wordt gebouwd voor de productie van arbeidsintensieve kaarsen. Het blijkt een goede beslissing, al is het centrale magazijn in Schijndel al gauw weer te klein. Er wordt uitgeweken naar Helmond waar Vos Logistics sinds 1998 de distributie en opslag voor de Bolsius Group BV gaat verzorgen.
‘Vrouw met blaker’. Zo heet het twee meter hoge bronzen kunstwerk dat Bolsius aan de gemeente Schijndel heeft geschonken. Bolsius bestaat in 1995 125 jaar en om de verbondenheid met de gemeenschap van Schijndel te symboliseren schenkt Bolsius in 1996 dit kunstwerk. Het kunstwerk moest iets te maken hebben met kaarslicht aldus de kunstenaar Niek van Leest uit Lage Zwaluwe. De kaars als sfeermaker. Om de duisternis erbij te betrekken is de vrouw in nachtgewaad gekleed. Ze controleert de koestal en de gebouwen. Het beeld wordt geplaatst op de Hoek Hoofdstraat/Kluisstraat waar vroeger één villa van de familie Bolsius heeft gestaan. Inmiddels is het beeld verplaatst naar een plek bij de brug tussen de Rietbeemdweg en de Kapelaan Woestenburgstraat, waar de medewerkers van Bolsius er dagelijks van kunnen genieten tijdens hun wandeling naar het centrum van Schijndel.
1995 is tevens het jaar dat de kaarsenfabriek Kristen BV in Delden wordt overgenomen. De overname is een logische stap aangezien beide bedrijven al meerdere jaren samenwerken. De kerkkaarsenafdeling van Kristen Delden wordt in 1998 samengevoegd met Kaarsenfabriek Hoogeland gevestigd in Roermond. De naam wordt gewijzigd in: Kaarsenfabriek Hoogeland-Kristen.
Met de overname van een Deense en twee Duitse kaarsenfabrieken wordt de Bolsius-Groep de grootste kaarsenproducent van Europa. Met de Deense overname van de Midjysk Lysfabrik heeft de Bolsius-groep een sterke positie op de Scandinavische markt gekregen. Met de overname van Mϋnz- en Kieser Kerzen in Duitsland wilde de groep zich een plek verwerven op de markt van de modische kaarsen. Dat zijn kaarsen met veel opsmuk en versiering, die vooral veel aftrek vonden in Beieren en Oostenrijk.
Geen biscuits, geen chocolade, maar waxinelichtjes! Verkade begon in 1898 met het produceren van waxine thee-en nachtlichtjes, gemaakt van paraffinewas, in een fabriekje in Amsterdam. In 1902 werd de waxinefabriek in Zaandam geopend. Het patent werd gekocht van de Engelse Morris Fowler, de schoonzoon van E.G. Verkade. Waxine werd zo populair dat het van merknaam een soortnaam is geworden. In 1991 verkoopt Verkade al haar waxine activiteiten aan de Bolsius Group BV.
De Bolsius fabrieken produceerden voornamelijk kaarsen voor niet-kerkelijk gebruik. Door het samengaan met de firma H. Hoogeland & Zn. te Roermond, die zich specialiseerde in het vervaardigen van kerkkaarsen, heeft Bolsius ervoor gezorgd dat ook deze sector gewaarborgd bleef binnen het bedrijf. De firma H. Hoogeland & Zn was na het overlijden in 1983 van een van de eigenaren (Harrie Hoogeland) op zoek naar een overnamepartner. Deze vond zij in Anton Kristens Bolsius groep.
In dit jaar neemt A.B.J. (Anton) Kristen, telg uit een familie van waskaarsenfabrikanten uit Delden, het bedrijf over van Lambertus Bolsius. Het bedrijf werd voortgezet onder de naam Bolsius Kaarsenfabriek B.V, omdat deze naam meer bekendheid genoot bij de consumenten. Onder het bewind van Anton Kristen werd op grote schaal geïnvesteerd in onder meer de installatie van enkele volautomatische kaarsentrekstraten wat deels voor een omzet verdrievoudiging zorgde. Ook het introduceren van verkoop van kaarsen in modieuze verpakkingen en geschenkverpakkingen in combinatie met aan kaarsen verwante producten bleek een gat in de markt.
Bolsius kon niet opboksen tegen de destijds moordende concurrentie uit het Oostblok. Daar kwam bij dat de familie niet meer in het dagelijkse bestuur zat– vanwege de directiefunctie van Lambertus Bolsius bij Nutricia – en nog steeds aandeelhouder was. De kaarsenbranche is van oudsher heel ambachtelijk en bestaat uit familiebedrijven. Dus de familie Bolsius ging op zoek naar een overnamekandidaat.
In 1963 start Anton Kristen met het produceren en verkopen van graflichten en partylichten in een kaarsenfabriek in Boxmeer, die later in de jaren 70 door de Gebr. Bolsius worden verkocht.
Omdat Lambertus Bolsius ook directeur was bij Nutricia (van melk maakte men poeder) kwam men op het unieke idee om van paraffine poeder te maken door de vloeibare paraffine in aanraking te laten komen met koude lucht en op die manier theelichtjes te persen. Hiervoor werd een toren ontwikkeld om poeder te produceren en werd een oude tabletteermachine (waar daarvoor Maggi tabletten mee werden gemaakt) omgebouwd tot pers om de lichtjes te persen. Hiermee was de basis gelegd voor grootschalige productie van thee- en devotielichten. Bekende merken uit die jaren zijn: Alpengloei theelichten en Theresia Devotielichten. Het bedrijf groeide in deze jaren uit van een ambachtelijk tot een middelgroot industrieel bedrijf.
Vooral jonge mensen hadden of kregen in deze tijd behoefte aan kaarslicht als vervanging van elektrisch licht. Vooral de sierkaars kwam in de belangstelling. Op de fabricage van deze kaarsen ging Gebr. Bolsius zich met succes toeleggen. De omzet steeg in de fabriek aan de Kerkendijk en het aantal werknemers groeide mee.
In 1954 werd het bedrijf door een zware slag getroffen door het overlijden van beide directeuren Henricus en Godefridus Bolsius door een auto ongeluk. De verslagenheid was groot, op de fabriek maar ook in de gemeente Schijndel waarvoor de heren steeds grotere belangstelling hadden getoond. De zoon van Harrie, L.J. (Lambertus) Bolsius neemt de leiding over samen met drs. P. van der Heijden. Onder hun bewind werd het bedrijf enorm uitgebreid.
Het uitbreken van de tweede wereldoorlog was voor het bedrijf een harde slag, omdat de aanvoer van de grondstoffen voor was-en kaarsfabricage stagneerde. Om zoveel mogelijk werknemers uit Duitsland weg te houden ging men zich toeleggen op de fabricage van onder andere gipsen beeldjes en keramiek.
Na de luchtlandingen in 1944 lag Schijndel zes weken in de frontlinie en er werd veel verwoest, ook bij de N.V. Gebr. Bolsius. Toch was het na de bevrijding van Schijndel het eerste bedrijf dat weer op gang kwam. In 1950 werd gestart met het produceren van gotische kaarsen, huishoudkaarsen en stompkaarsen.
Dit gebeurde in een door Antonius Bolsius en zijn meesterknecht Driek van Uden zelf uitgevonden gietmachine waarbij de lont (pit) in vloeibare was werd gedompeld. Voor het vlechten werden enkele dames aangenomen. Daarnaast werd ook het maken van kaarsen met de hand aangepakt. Dit handwerk werd hen geleerd door de Schijndelse koster, Marinus van Liempd.
Antonius is de zoon van Henricus Bolsius en Allegonda Smits – de dochter van een welgestelde Schijndelse bierbrouwer. Henricus Bolsius vestigde zich rond 1850 als dorpsdokter in Schijndel. Antoon kreeg een vooropleiding bij de Fraters van Tilburg op de Ruwenberg te St.Michielsgestel. Antoon vervolgde zijn studie op het College van de Paters Jezuïeten te Sittard.
Na beëindiging van zijn studie begon Antonius Bolsius (Antoon) een primitieve wasblekerij in de tuin van zijn ouderlijk huis tegenover de Kluisstraat. Omdat deze plaats te stoffig was en hij last had van rook en stof bij het bleken van de was in de open lucht, kreeg hij van zijn oom een stuk grond aan de Kerkendijk bij de ‘beemd’ waar het hoofdkantoor nog steeds gevestigd is. De gebleekte was werd gesmolten en verpakt en vervolgens naar kosters en pastoors verzonden die er vervolgens zelf kaarsen van maakten.
In 1906 komt Antonius Bolsius te overlijden. Hij was bijna 57 jaar en nooit gehuwd geweest. Twee zonen van zijn broer zetten daarom het bedrijf voort. Henricus(Harrie) en Godefridus (Frits) Bolsius.
Lambertus Bolsius deed zijn intrede in de wasblekerij. Lambertus is de oudste zoon van Henricus Bolsius. Lambertus ging na zijn vooropleiding naar het klein seminarie. Na beëindiging van zijn studie ging Lambertus werken op de bierbrouwerij van zijn oom Mathijs Smits.